AI wint overal terrein. Dat klinkt als een wanhoopskreet van een bezwete militair uit een slechte SF-film. Het is echter de realiteit in organisaties. AI wordt er gebruikt voor analyses, enquêtes, presentaties en zakelijk schrijfwerk. De vraag is allang niet meer of dat wenselijk is, maar hoe je schrijven met AI in goede banen leidt.
Schrijven zorgt voor een flinke belasting van je brein. Je moet denken over de inhoud, de structuur, de zinsopbouw en de woordkeuze. Je zoekt naar een pakkende inleiding, moet samenhang tussen de feiten en de bevindingen aanbrengen, en conclusies en een (beleids)advies logisch afleiden uit wat je hebt geconstateerd. Daarnaast wil je rekening houden met je lezers, wat betekent dat je niet alleen jouw schrijfstijl op hen afstemt maar ook een toon kiest die past bij de verstandhouding. Het vraagt bovendien een kritische blik op je eigen schrijfwerk: staat er daadwerkelijk wat je wilt zeggen en zoals je het wilt zeggen? Schrijven vreet cognitieve energie.
Gemak dient de mens
Hoe verleidelijk is het dan om die last enigszins te verlichten met AI. Dat maakt het schrijfwerk makkelijker en verkort het hele proces. En daar wordt de werkgever weer blij van, want tijd- dus kostenefficiënter. Dat schrijvende professionals en hun werkgevers massaal voor AI vallen, is dan ook niet vreemd. ChatGPT, Copilot, Gemini en aanverwante systemen passen perfect in het rijtje: (vaat)wasmachine, calculator, Google Maps, robotmaaier. Ze nemen ons vermoeiende klussen uit handen of veeleisend denkwerk uit het hoofd. Gemak dient de mens.
AI inschakelen bij schrijftaken biedt, behalve tijdwinst, verschillende andere voordelen. Zo geven zakelijke schrijvers en schrijfprofessionals aan dat AI ze nieuwe invalshoeken presenteert, nieuwe ideeën aanreikt of formuleringen en verbeteropties waar ze nooit op zouden zijn gekomen. Titels, tussenkoppen en slogans worden er inventiever of raker van en een samenvatting maken is een fluitje van een cent én brengt soms verrassende kernpunten naar boven. Kortom, waar de menselijke geest door de mentale belasting even de scherpte verliest, biedt AI op elk moment van de dag moeiteloos een frisse blik. AI krijgt zo de rol van altijd wakkere en meedenkende co-auteur.
Is de mens gediend met gemak?
Tegelijk met het gebruik van AI neemt het aantal publicaties toe dat voor blindelings gebruik van AI waarschuwt. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat wie bij tekstproductie volkomen vertrouwt op AI, het eigen brein tekortdoet. Bij het Amerikaanse MIT bijvoorbeeld werd ontdekt dat studenten die hun essays met AI schreven, bij schrijftaken zwakkere breinactiviteit vertoonden, minder goed kennis konden reproduceren en lager scoorden op kritische reflectie vergeleken met ‘brain only’-schrijvers. Ze noemden dat cognitieve verzwakking. Dat hoeft op zich niet te verbazen: ons lichaam volgt namelijk de simpele regel ‘use it or lose it’.
Uit diverse hoeken komen verder signalen dat veelvuldig schrijftaken uitbesteden aan AI het vermogen tot zowel creatief als kritisch denken aantast. Door te schrijven orden je je gedachten: je verwoordt ze, denkt na over wat je geschreven hebt en scherpt dat aan. Zo ontdek je hoe de vork in de steel zit en wat je eigenlijk wilt zeggen. De worsteling met woorden kost moeite en tijd, maar levert je veel op: inzicht en een beter begrip van de materie waarover je schrijft. Oftewel: wat je schrijft, beklijft. Lezen wat AI erover ophoest, heeft dat effect nauwelijks.
Ten slotte blijken door AI voortgebrachte teksten de perceptie bij de lezer te beïnvloeden: de uitmuntend geschreven teksten maken weinig los. Dat heeft er onder andere mee te maken dat de gemiddelde actieve woordenschat van taalgebruikers tussen de 15.000 en 35.000 woorden ligt, terwijl die van AI het gehele woordenboek omvat. AI gebruikt daardoor woorden die je als schrijvende professional niet snel zelf zou toepassen, wat accuratere en indrukwekkende formuleringen oplevert. Maar uit onderzoek naar door AI gegenereerde e-mails bleek dat lezers die gepolijste stijl als afstandelijk, onpersoonlijk en niet-authentiek ervoeren. Het is als de stereotypische, monotone computerstem: de boodschap klopt, maar de ontvanger voelt zich niet verbonden met de zender. Terwijl juist het menselijke aspect de acceptatie van de boodschap beïnvloedt.
Kunstmatige intelligentie vraagt wijsheid
In Tekstblad trekt columnist Eric Tiggeler de vergelijking tussen schrijven met AI en fietsen. Iedereen weet dat zelf fietsen gezonder en lonender is, en toch kiezen we massaal voor e-bikes. Die ontwikkeling negeren is zinloos. En op zich hebben e-bikes zonder twijfel hun ‘sunny side’: meer mensen zijn weer gaan bewegen in de buitenlucht en ook matige inspanning blijkt goed voor lijf en leden. De parallel met schrijven ligt voor de hand: gebruik AI op een slimme manier als ondersteuning. Waar Tiggeler voor waarschuwt, is Fatbikegedrag: gemakzuchtig en zonder kennis van zaken (verkeersregels) maar wat doen.
In elke fase van zakelijk schrijven kan een AI-systeem zo’n ondersteunende rol spelen. Start met minimaal een helder doel, een goed gedefinieerde doelgroep en een concreet onderwerp. Bedenk voor AI vervolgens een duidelijke rol en geef een afgebakende opdracht. Dat kan variëren van een invalshoek voorstellen, een structuur voor een tekst creëren, data categoriseren, een basisversie schrijven, titels en koppen genereren tot verbeteringen voorstellen voor een tekst. Het vraagt enige vaardigheid in prompts schrijven, maar daarvoor bestaat inmiddels een scala aan workshops, trainingen en online ‘do & don’t’-lijstjes. Zonder doordachte taak en dito prompts zal schrijven met AI resulteren in oppervlakkige teksten of een inefficiënt tekstproductieproces. Of allebei.
Belangrijker nog is je te realiseren dat schrijven met AI een groter beroep doet op jouw schrijfvaardigheid. Met ChatGPT, Gemini of co-pilot krijg je een zeer getalenteerde schrijfassistent, die jij moet aansturen, controleren en verbeteren. Je bent opeens manager geworden met eindverantwoordelijkheid voor een tekst die je niet helemaal zelf hebt opgesteld. Voor zoete koek slikken wat de schrijfassistent voorschotelt, kan vervelende consequenties hebben. Dat betekent dat je moet kunnen checken of een door AI gegenereerde tekst ten minste:
- logisch is opgebouwd;
- een inleiding heeft waar jouw lezer zich in herkent;
- een conclusie heeft die gestoeld is op eerdere bevindingen of argumenten;
- feitelijk klopt;
- in een toegankelijke stijl is geschreven;
- in een passende stijl is geschreven;
- titels en koppen heeft die de lading dekken.
Zelf leiden, niet volgen
Zelf ‘in control’ blijven is het devies. Dat vereist voortdurende toetsing van wat AI op het scherm tovert aan jouw doel met en ideeën over de tekst. Doe je dat niet, dan geef je het stuur in handen van AI en kun je slechts volgen. Dan geldt een variant van een bekende uitspraak: ‘Als je niet weet waar je naartoe wilt, is alles goed.’
[Dit is een ‘brain only’-tekst op basis van columns, artikelen en wetenschappelijke papers.]

